-
1 iemand een oplawaai geven
iemand een oplawaai gevenflanquer une torgnole à qn. -
2 iemand een oplawaai geven
iemand een oplawaai gevenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een oplawaai geven
-
3 oplawaai
-
4 oplawaai
-
5 clip
n. paperclip, wasknijper; knipsel; korte videofilm; (in computers) clip, fragment, het verkozen stuk van een grafisch dokument voor nadere bewerking; opladen van kogels; scherpe slag--------v. vastmaken; vastklemmen; klein hakken; perforerenclip1[ klip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 knippende/scherende beweging ⇒ scheerbeurt, trimbeurt♦voorbeelden:a clip on the jaw • een kaakslag————————clip2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (bij)knippen ⇒ afknippen, kort knippen, trimmen; scheren 〈 schapen〉; uitknippen 〈 uit krant, film〉♦voorbeelden:the ticket was clipped to the programme • het kaartje zat met een paperclip aan het programma -
6 clock
n. klok--------v. een tijd zetten; opnemen van de tijdclock1[ klok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:watch the clock • de tijd in de gaten houdensleep (a)round the clock • het klokje rond slapena race against the clock • een race tegen de klok→ German German/————————clock2♦voorbeelden:clock off/out • uitklokkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 de tijd opnemen van ⇒ timen, klokken♦voorbeelden:3 Peter clocked 2 hours and 10 minutes for the marathon • Peter liep de marathon in 2 uur 10 minuten -
7 conk
n. klap op het hoofd, hoofd; kokkerd (v. e. neus); haarstijl waarbij het haar glad gemaakt is door gebruik van chemicaliën--------v. begeven, opgeven, instorten; gekruld haar stijl maken door chemische middelenconk12 kop ⇒ harses, smoel————————conk2〈 slang〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
8 jemandem ein Ding verpassen
————————Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem ein Ding verpassen
-
9 biff
n. stomp, dreun--------v. stompen, slaan, beukenbiff11 opdoffer ⇒ opdonder, oplawaai————————biff2 -
10 толчок
1. prepos.gener. zetje2. n1) gener. duwtje (een duztje in de rug geven ïîäòîôêíóòü), stuik, zet, schok, stamp, bons, bots, dof, douw, duw, hort, impuls, kink, percussie, por, ruk, stomp, stoot, tik, tip2) colloq. oplawaai3) sports. afzet (для прыжка) -
11 толчок
1. prepos.gener. zetje2. n1) gener. duwtje (een duztje in de rug geven ïîäòîôêíóòü), stuik, zet, schok, stamp, bons, bots, dof, douw, duw, hort, impuls, kink, percussie, por, ruk, stomp, stoot, tik, tip2) colloq. oplawaai3) sports. afzet (для прыжка)
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский